Categorie archief: Jacob Groot

De dromen (Jacob Groot)

Twee wilden van elkaar dromen Twee wilden worden tot maar één, en ze beklommen de heuvel, hoger als geen een. Om hen heen stroomde dat eiland, zingend van de zee. Ze zwegen luid op de top. In hun ogen joeg … Lees verder

Geplaatst in Jacob Groot | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Tramlijn Begeerte (Jacob Groot)

Zo gaat het: je hoort een deur bonzen en de schelp van de ruimte bruist open; de werkelijkheid schampt langs en laat een lege weg achter zich heel, terwijl je geschiedenis schroeit er vol van dicht maar de uitspraak wandelt … Lees verder

Geplaatst in Jacob Groot | Tags: , | 1 reactie

Eerste liefde (Jacob Groot)

Zij kwam hem tegen: blinde helderzienden in dat jaar dat wij verblind beminden. Zij ging opeens waar hij ging, hij dacht aan een godin, een droom waarom zijn arm hing — haar lachen en haar praten één en al schittering … Lees verder

Geplaatst in Jacob Groot | Tags: , | Een reactie plaatsen