Categorie archief: Jacques Perk

De maan verrijst (Jacques Perk)

Het duister doet de tinten samenvlieten   En dekt met fulpen nacht het schel azuur, — Nu gaat de glimvlieg heen en weder schieten,   Gelijk een star, gelijk een dansend vuur:     De stilte bidt. — Een tempel … Lees verder

Geplaatst in Jacques Perk | Tags: , | Een reactie plaatsen

Storm (Jacques Perk)

De storm loeit door den hollen bouwval — gierend   Beukt hij en brokt met vuisten reuzesterk, En golft door ’t riet in ’t water, dat hij tierend   Opzwalpt en neêrklotst met zijn stalen vlerk; Dan, woester woede nog … Lees verder

Geplaatst in Jacques Perk | Tags: , | Een reactie plaatsen

Mijn ziel gelijkt den blijden zomerdag… (Jacques Perk)

Mijn ziel gelijkt den blijden zomerdag Die mij op deze lentedag doortrilt. ‘k Gevoel mij als het wuivend windje mild En om mijn lippen speelt een lentelach. ’t Is of ik nooit de zwarte ellende zag En in mij jubelt … Lees verder

Geplaatst in Jacques Perk | Tags: , | Een reactie plaatsen