Categorie archief: Hans Faverey

Telkens moet ik van je houden (Hans Faverey)

Telkens moet ik van je houden, omdat je het zo werkelijk mij vreemde bent; even vreemd haast als mij mijn kern, die is een wiekslag die aanhoudt nog, lang nadat de herinnering aan mijn naam is vervluchtigd. Soms, zodra ik … Lees verder

Geplaatst in Hans Faverey | Tags: , | 2 reacties

Alsof zij daar ligt… (Hans Faverey)

Alsof zij daar ligt, nu hier is gaan liggen, en aanbiedt wat zij onthult: een duin, blakend op haar zij, een waarsprekende waaier, de rilling die mij opricht; en geur, ooit zo doorhuifd als alleen verbeelding het wil, opdat zij … Lees verder

Geplaatst in Hans Faverey | Tags: , | 1 reactie

Hoe zij recht staat…(Hans Faverey)

Hoe zij recht staat; dat ik zie hoe zij dit doet door zo te staan zoals zij gewoon is: haar voeten iets uit elkaar, haar armen neerhangend, haar kin iets omhoog; zo snel denkend, dat haar stem eerst liever wacht … Lees verder

Geplaatst in Hans Faverey | Tags: , | Een reactie plaatsen