Tagarchief: Leonard Nolens

Vermoeidheid (Leonard Nolens)

Als wij, de grote mensen, moe zijn Van het praten met elkaar, Als wij moe zijn van het slapen Met elkaar, het wandelen En handeldrijven met elkaar, Het tafelen en oorlog voeren Met elkaar, als wij zo moe zijn Van … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | Een reactie plaatsen

Laat (Leonard Nolens)

Vertraag. Vertraag. Vertraag je stap. Stap trager dan je hartslag vraagt. Verlangzaam. Verlangzaam. Verlangzaam je verlangen En verdwijn met mate. Neem niet je tijd En laat de tijd je nemen – Laat. Met dank aan John (Bron: Laat alle deuren … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | Een reactie plaatsen

Wij maken lange dagen (Leonard Nolens)

Jij blijft mijn grote liefde In de maak, jij maakt Mijn nachten wachten wit Als dit papier, jij maakt me Zwart als een gat in het blad Gebrand van dit gedicht, een vergezicht van niets; Zo blijven wij vervuld Van … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , , | Een reactie plaatsen

En niemand wordt goedgepraat (Leonard Nolens)

Het is geen dorpsweg, het is Geen steenworp, geen haarbreed, geen stembreuk Gaan, geen letter lopen Van jou naar mij naar jou. Jij hebt ons het hart ingefluisterd Van dit horloge, geen armslag Heb ik dan dansende wijzers Ze malen … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | Een reactie plaatsen

De zwaluwen (Leonard Nolens)

Toen wij hier kwamen was de wereld stil. Er slingerde tussen het brood en de boeken geen snelweg Over de tafel, wij konden ons duidelijk horen. Wij zaten er dagen met de ramen open Te luisteren naar de voorjaarstuin, de … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | 2 reacties

Zomeravond (Leonard Nolens)

Weer niets gedaan. En weer was alles vergeefs vandaag. Ik zocht een verre plek om onder de mensen te blijven. Een zuivere merel heeft zich daarnet in mijn oren geknoopt En langzaam zijn de ogen van een vrouw over me … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | Een reactie plaatsen

Schatplichtig (Leonard Nolens)

Ze slaapt en dat is stil. Dan sneeuwt het in de kamers Van het huis waarin ik slaap met mijn vriendin. Ze ligt er naakt en wit, een ademende steen, Een groot en lastig beeld waaraan ik mij moet stoten, … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | Een reactie plaatsen

Uit de tijd (Leonard Nolens)

Voor J. Ik rijd naar huis in de bellende leegte Van de laatste tram. Het wordt mijn tijd. Verlaten straten komen samen, gaan uiteen Op steeds dezelfde, stroevende punten. Ik zit in mijn ijzer, lees de haltes, steeds Dezelfde, door … Lees verder

Geplaatst in Leonard Nolens | Tags: , | 1 reactie