Categorie archief: Jan Eijkelboom

De winterschilder (J. Eijkelboom)

Achter het grijze ijs op de sloot liggen de velden tot aan een onbesliste einder: bestoft velours, versleten trijp, niet ongelijk aan hoe in vroegere treinen de banken waren bekleed. Nevel en schemering doen wie het eerste er is, negeren … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | Een reactie plaatsen

Zondagochtend, Wielwijk (J. Eijkelboom)

De nevel hield de geuren bij de grond. Uit de open kerkdeur kwam een walm van wierook. Geheim sloop rond het ziekenhuis de ether. Bij het bejaardenhuis hing een belofte in de lucht van zevenhonderd karbonaden. Jongere geuren waren niet … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | 1 reactie

Hier komt de zon (J. Eijkelboom)

die de mensen donkerder maakt zodat ze weer zichtbaar worden in het wit van die baaierd. Vroeg zijn zijn stralen als brushes die amper het kalfsvel beroeren, de strakke huid van het zwerk. Of zie zo onder de boog van … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | Een reactie plaatsen

Kindertekening (J. Eijkelboom)

Centraal de knalronde vijver, lisdodden waaierend eromheen als uit het wiel geschoten spaken. Wij noemden ze sigaren en wisten dat ze, mits met petroleum doordrenkt, als fakkels te gebruiken waren. Wat nu als weegbree staat te boek waren toen nog … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | Een reactie plaatsen

Dat alles stroomt (J. Eijkelboom)

Dat alles stroomt moet je niet roepen tegen de waterval in of overbodig fluisteren bij weer een uitvaart. Zie het liever voor je als je achter een vrouw aan loopt — kijk hoe haar heupen kantelen van wel naar niet … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | 1 reactie

Camping, Frankrijk (Jan Eijkelboom)

Voor het eerst dat ik sliep in een tent, voor het eerst naar een ruisen geluisterd dat voor het ruisen van regen, het vallen van regen te zacht was en ook voor de wind te gelijk, te gelijk aan zichzelf. … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | 1 reactie

Een bloeiende verwarring (Jan Eijkelboom)

Nee, niet het huis dat zich breed maakt met versteende guirlandes boven de vensters, granaatappels nooit verder dan halver- wege ontploft. Nog minder het versteende schip van de kerk, arke die plaats bood aan talloze doden van wie een tiental … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , | Een reactie plaatsen

Hooglied (Jan Eijkelboom)

In de verte ben ik al bij je, toch wil ik steeds naar je toe, tegen je aan gaan staan, bij je naar binnen gaan. En ook dat is nog niet genoeg. Door je heen wil ik gaan, mij omkeren … Lees verder

Geplaatst in Jan Eijkelboom | Tags: , , , , | 1 reactie