Categorie archief: Adriaan Roland Holst

Schelp (A. Roland Holst)

De zeeschelp in mijn hand is vandaag op het strand door de zee neergelegd. Haar zwijgen zegt dat de wereld vergaat en niets bestaat dan alleen de zee. Alle wel en wee is maar vloed en ebbe. Ik wil niets … Lees verder

Geplaatst in Adriaan Roland Holst | Tags: , , , , | 2 reacties

Avondwolken (A. Roland Holst)

Zijn dit de wolken waar een leven her gezegenden hun afspraken nog hielden van overzee beschenen? de bezielden, toen nog bezetenen, van her en der op paarden van het laat licht aangevlogen, zij die nog zongen: met den dood voor … Lees verder

Geplaatst in Adriaan Roland Holst | Tags: , | Een reactie plaatsen

Zwerversliefde (Adriaan Roland Holst)

Laten wij zacht zijn voor elkander, kind – want, o de maatloze verlatenheden, die over onze moegezworven leden onder de sterren waaie’ in de oude wind. O, laten wij maar zacht zijn, en maar niet het trotse hoge woord van … Lees verder

Geplaatst in Adriaan Roland Holst | Tags: , | Een reactie plaatsen

Voor later (Adriaan Roland Holst)

‘k Geef nu aan jou mijn vreugd, mijn leed en mijn schemergouden dromenschat, opdat je later nog zal weten hoe ik je eens heb liefgehad. Later, als al dit schoon voorbij is, want tijd neemt liefde, vreugde, smart- als elk … Lees verder

Geplaatst in Adriaan Roland Holst | Tags: , , | Een reactie plaatsen